Vakantie Australië, maart/april 2002
Klik om het plaatje te vergroten, klik op Vorige, boven aan scherm om door te gaan met tekst.


For English version, click on English Flag           

Klick op kaartje met route om deze te vergroten.

Na een vlucht van 12 uur per nieuwe viermotorige Airbus 340 van Cathay Pacific landden wij in Hongkong. Door naar het oosten te vliegen misten wij, door het tijdsverschil van 7 uur, feitelijk de nacht. Wel in het vliegtuig geprobeerd te slapen, maar dat lukt toch niet. Cathay Pacific gaat er prat op met nieuwe vliegtuigen te vliegen, de beenruimte is echter gebaseerd op kleine Chineesjes. Slaperig namen wij de trein van het nieuwe vliegveld van Hong Kong om een volle dag daar rond te kijken. De eerste indrukken: een mooie, goed georganiseerde stad. Veel fraaie hoogbouw, soms vlak naast elkaar. Aan de rand van de stad tegen de heuvels de gigantische hoogbouw complexen, allen met imposante Engelse namen, eindigend op -court. Vele fraaie auto's achter het door bewakers goed bewaakte terrein. Het maakte een tropische indruk: veel palmen, bananen en een grote hoeveelheid schitterend bloeiende struiken en bomen. De botanische tuin was schitterend met veel tropische planten en een dierentuin met veel apen en vogels. Alles keurig onderhouden.

Wij besloten naar de Peak te lopen via de Old Peak Road, een steile weg door de bossen naar de fameuze Peak, met fraai uitzicht over Hongkong. Het viel niet mee: heet en steil, maar boven was het beroemde Peak restaurant, waar we voor een redelijke prijs het 'set menu' konden gebruiken. Alleen, bestel er niets extra te drinken bij! Op de terugweg deed de jetlag zich gelden en even een tukje gedaan op een bankje langs het steile pad op de heuvel. Op de terugweg een andere route genomen, via het Hong Kong park, zeer goed onderhouden en met vele bezienswaardigheden. Een tijdje gekeken naar waterschildpadjes, die tussen karpers een soort show voor de bezoekers leken te geven. Er waren zelfs een paar bedelschildpadden die uit het water kropen en kennelijk een lekkernij verwachtten. Het leek wel of wij dagen niet naar bed gegaan waren en tegen de avond gingen wij weer met het nieuwe snelle treintje naar het vliegveld.

De indrukken van Hong Kong: een schone stad met veel activiteiten met een zeer gedisciplineerde bevolking. Alom is de invloed van de Engelsen nog zichtbaar en voelbaar. Jonge Chineesjes lopen in keurige uniformpjes en doen precies wat je juffrouw zegt. Het heeft er alle schijn van dat dit voor de toekomst een nieuwe hardwerkende generatie komt. Er zijn nog volop bouwactiviteiten en het lijkt of Hongkong op dezelfde weg voortgaat als destijds, toen het nog een Britse kroonkolonie was. Als dit het beeld zal worden van heel China is dit het land van de toekomst.

De tweemotorige Airbus 330 vertrok op tijd voor de 8 uur durende vlucht naar Brisbane. Prettig, net voor middernacht vertrekken en aankomen halverwege de morgen. Eerst even Brisbane verkend: het is een grote stad met 1.4 miljoen inwoners. Oude koloniale restanten zijn haast verstopt tussen de hoge wolkenkrabbers. 's avonds was het lekker zwoel warm, tegen de 30 graden en de palmen wezen op de tropische temperaturen die hier heersen. Na eindelijk een comfortabele nacht in een hotel de volgende dag per taxi naar de camperzaak gereden en eerst uitgebreid de camper bekeken en goede voorlichting gekregen. De camper was een muf-ruikende, anderhalf jaar oude Toyota Hi-Ace. die net 100.000 km op de teller had. Voor deze leeftijd zag hij er beslist niet slecht uit. Eerst weer terug gereden naar het vliegveld, waar wij zowaar het dure kaartenboek, dat wij hadden vergeten, na het invullen van een aantal formulieren weer terug kregen. Toen werkelijk op pad naar het noorden.

QUEENSLAND
De tocht naar het noorden was prachtig. Een detour naar de kust gemaakt, bij Coolum Beach en even over het mooie zandstrand gelopen en wat mooie stenen en schelpen gevonden. Warm en zonnig was het weer, een verfrissende bries bij de kust.
Er waren prachtige bloemen te zien. , ook mooie planten met besjes en nog meer fraaie bloemen
Bij een winkeltje inkopen gedaan en daarna in een grote supermarkt. Vooral die gigantische T-bone steak van 2 Euro maakte indruk.
Vlak voor overnacht op een camping langs de hoofdweg. Het verkeer dat er langs raasde werd de volgende morgen overstemd door het lawaai van sportvliegtuigen van het nabij gelegen vliegveld.
Het eerste bezoek was aan de goudmijn van Gympie.In de vorige eeuw productief maar begin 20e eeuw in verval geraakt en gesloten Maar in de 80er jaren met nieuwe technologiën weer in gebruik genomen en produceert weer volop. Op 1000 meter diepte wordt het erts gewonnen en is soms zeer rijk aan goud, je kunt het gewoon zien zitten. De week ervoor was er nog een grote 'strike' geweest, ze hadden weer zo'n rijke laag aangeboord. Er zit nog voor een miljard Euro aan goud in de grond en spoedig komt er een nieuwe concessie die naar verwachting jaarlijks 400.000 ounce (12 ton) goud moet produceren. Op de oude afvalhoop van de mijn viel mijn oog op een stuk steen waar allemaal van die goudkleurige glittertjes in zaten! Het museum heeft overigens voornamelijk betrekking op het oude verleden. Vooral die grote stoommachines zijn toch indrukwekkend.

Back to the Top
ANNANASPLANTAGE
Na Gympie reden wij over een barre weg naar de ananas plantage van Yeltukka. De eigenaar praatte honderd uit over zijn product. Ananassen worden geplant door de kop van een ananas in de grond te stoppen en twee jaar later zijn ze te oogsten. Daarna volgen er nog een paar oogsten aan zijscheuten en deze ananassen worden steeds kleiner. Die hele kleintjes, die je bij de exclusieve winkel kan kopen, zijn dus gewoon de afval van de laatste oogst. Geniaal om daar veel geld voor te vragen!

De eigenaar van de plantage deed veel moeite om de plantage een bezoek waard te maken. In de buurt was een kreek (billabong) waar vogelbekdieren (otterachtige zoogdieren met snavel, die eieren leggen) zaten. De weg er naar toe was goed aangegeven. Maar na een half uur geen vogelbekdier gezien, of toch.....? Even zagen we een schim uit het troebele water omhoogkomen. Of was het toch een schildpad? Wel de prachtige kingfisher(ijsvogel) gezien. Ongelooflijk wat een kleuren, felblauw met rood en geel.
Tegen de avond kwamen wij aan bij een camping waarbij wij zowaar een eigen douche/toilet hadden. Ensuite noemen ze dat. Erg luxe, hoor!

De camping herbergde veel papegaaiachtige vogels, Rainbow Lorikeet (Trichoglossus haematodus). Fel rood en groen. Die scheerden massaal door de camping onder het maken van veel lawaai. 's Avonds een wandeling gemaakt en wij kwamen bij een paar bomen waar zich ontelbare papagaaien hadden verzameld. Het lawaai was onbeschrijflijk.

Planten
De planten en bomen zijn anders dan wij gewend zijn. De ene vreemde soort na de andere maar dan ook veel van hetzelfde, vrij eentonig dus.

Dolfijnen
Tin Can Bay. komen dagelijks een paar wilde dolfijnen op een bepaalde plek. Het is een toeristische attractie geworden. Toen wij na 3 km in de ochtendwarmte gejogged hadden naar de haven was er al een dolfijn. Er zijn allerlei spelregels wat je wel en niet mag doen. De bedoeling is dat je kniediep in het water gaat staan en je hand op het water houdt. Als zij er zin in heeft komt de dolfijn aan je vingers sabbelen (zorg dat je vinger geen vislucht heeft!) Ook kun je een visje kopen en die uit je hand laten eten. Terwijl je in het water staat wordt je been afgegraasd door kleine visjes die tot bloedens toe korstjes van je been vreten.
De dolfijn die acte de presente gaf heet Scarry en is in de vijftiger jaren in een vissersnet verstrikt geraakt, gered en verzorgd. Zij en haar nakomelingen geven de show, maar het zijn echte wilde dolfijnen die het gewoon leuk vinden met mensen te spelen en een visje cadeau te krijgen. Zaterdag gereden naar Hervey Bay. om het World Heritage Fraser Island te zien. De meeste wouden hebben bijzondere bomen maar allemaal dezelfde, dus vrij eentonig.
Overal tekenen van bosbranden. In bijna ieder bos hebben de grotere bomen sporen van brand. Tussen de bomen groeien inmiddels jonge bomen en struiken die het geheel een fris aanzien geven.
Het fenomeen bosbrand behoort bij dit gebied en kan in principe beschouwd worden als een natuurlijk fenomeen. Er zijn bomen als de Banksia waarvan de zaden eerst opengaan na een bosbrand. Het lijkt dus erger dan het is. Maar als de mens door slordigheid of moedwil branden veroorzaakt kan het de natuur meer schaden dan goed doen.
In Hervey Bay een Nederlandse camping opgezocht, er waren leuke kuifduiven En voor het eerst naar een Internet café. Het werkt zowaar: alle emails konden keurig worden uitgelezen.
Frazer Island. is met een veerboot te bereiken. Wij kozen een dagpogramma, met lunch. Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld en heeft een tropisch regenwoud, op zand dus en dat is bijzonder. De 4 wheeldrive bus ploegde zich moeiteloos door het mulle zand. Over het strand werd met grote snelheid gereden en allerlei bezienswaardigheden aangedaan, waaronder bizargekleurde zandsteen. en een gestrand schip. Maar ook vliegtuigen Er waren leuke kuifduiven
Het regent er in een half jaar 2x zoveel als in NL in 1 jaar, en dat water baant zich een weg naar zee via allerlei kristalheldere stroompjes. Het bezoek aan het regenwoud was nep. Over een houten plankkier! Het bezoek aan het grote, kristalheldere zoetwatermeer was super. Heerlijk zwemmen in lauw schoon water aan een hagelwit zandstrand. Maar wel mooie bloemen ernaast Dit maakte alles weer goed. De volgende dag, maandag 11 maart, gereden naar Bundaberg tussen de suikerrietplantages, waar wij bij Bargara een mooie camping aan zee vonden. Interessante lavastromen van 10.000 jaar geleden lagen nog als grote basaltkeien op het strand. En ook weer fraaie bloemen Maar wel mooie bloemen ernaastSoms met leuke besjesMaar wel mooie bloemen ernaast. Verbazingwekkend zijn de hertshoorn varens Deze worden gigantisch. Maar wel mooie bloemen ernaast. Vaak zitten zij in hele groepen en leuk is om te zien hoe ze beginnen als klein plantje

Schilpadden Mon Repos.
Eigenlijk midden tussen bewoond gebied bij Bundaberg ligt een strandje Mon Repos van anderhalve kilometer en dit is de grootste legplaats van de reusachtige loggerhead zeeschildpadden. De wijfjes leven op wel 3000 km afstand en komen na 30 jaar terug waar ze geboren zijn. Dan leggen ze met tussenpozen van ca 2 weken 5 nesten met elk 80-120 eieren ter grootte van een pingpongbal. Het legseizoen is van november tot februari en van januari tot maart komen de jonkies uit. Dat duurt maar heel even, in het donker kruipen zij uit het zand en dan spurten zij naar zee. Dit is een zeldzaam verschijnsel maar wij hadden geluk en konden het zien, en wat van die beestjes aanraken. Deze jonkies waren niet geheel op eigen kracht uit het ei gekomen, maar werden geholpen door een vrijwilligster. Dit om de beestjes zoveel mogelijk overlevingskansen te geven. Het was wel een heel speciale belevenis.

Op de camping direct een reis geboekt naar Lady Mushgrave Island. Dit is een van de zuidelijke eilanden van het Great Barrier Reef en is een grote lagune met een zandeilandje er op. De reis er naar toe duurt 2,5 uur per high speed trimaran en de boot legde aan bij een platform, waar men kon duiken, snorkelen per semi-submersible de vissen en het koraal kon bekijken. Een tochtje naar het eiland was leuk. Het eiland bestond uit koraalzand. Dit wordt gemaakt door zeekomkommers die langzaam dood koraal opknagen en tot zand verwerken.
De pissoria bomen op het eiland zaten vol met broedende vogels. Er waren zelfs een paar grote fregatvogels, Deze komen hier normaal niet voor, maar jaagden op net uitgekomen zeeschildpadjes, die naar zee rennen. Nog deze maand, maart, komen ze uit, daarna weer in januari.
Het snorkelen was fantastisch; felgekleurde vissen en koraal in alle kleuren van de regenboog, vooral in de bovenste waterlagen. De vissen waren helemaal niet schuw. Een ervaring om nooit meer te vergeten. Het weer werkte ook mee: felle zon in blauwe lucht en heerlijk warm.. Het strand was hagelwit van het koraalzand.

Woensdag lekker vroeg de wekker en eerst een uurtje rennen. Vervolgens naar The Town of 1770, alwaar Cook in dat jaar aanlegde. Onderweg nog een maccadamia plantage bezocht en daar de bomen bekeken, een zak noten en een fles maccadamianotenolie gekocht. De olie schijnt super gezond te zijn en is in ieder geval lekker. Macadamia groeit aan een boom met diep-groene bladerden. De not zelf heeft een keiharde schil en is do groot als een kleien walnoot. Het is het enige product origineel uit Australië dat als voedsel wordt gekweekt. Ook in Australië zijn de noten duur: ca 25 A$ per kilo, ca 15 Euro.
Hierna doorgereden naar ,Town of 1770. ligt prachtig op het einde van een landtong, met een steile klif op het eind. Het is echter geen Town maar een verzameling recreatie woningen. Het waaide stevig en woeste branding vormde een ziedende laag witte schuim tussen de rotsen. Ook zagen wij interessante palmen op luchtwortels.

Hierna nog tevergeefs geprobeerd bij de campingplaats van een nationaal park te komen maar de weg was te slecht. Dan maar weer de hele weg terug gereden en tenslotte een andere camping gevonden, vlak bij een riviermonding. De camping werd dan ook uitsluitend door vissers bezocht.Ondreweg zagen wij nog onkruid. Het was echter een kleine uitvoering van de kerstster!

Back to the Top
Mystery craters
Niet ver van Gin Gin is een merkwaardig fenomeen: een aantal ondiepe kraters in een vreemde rotsgrond die er uit ziet alsof er grote rode klodders oker door gemengd zijn. De kraters zelf zijn een paar meter in doorsnede en maximaal 16 meter diep. Geen wetenschapper kan deze 25 miljoen jaar oude formatie verklaren. Het ziet er inderdaad vreemd uit. Later, in de outback langs de Capricorn Highway, zagen wij deze merkwaardige gesteenten heel vaak. Zo bijzonder was het dan ook weer niet, maar die kraters blijven wel vreemd, natuurlijk.

Kangoeroes
De eerste kangoeroes zagen wij langs de weg, een beetje plat. Later zagen wij ze levend, best mooie beesten. Walibis, een kleine soort. Zo groot als een flinke hond met een veel langere staart. Ze sprongen elegant weg.Er was zelfs een witte bij, een soort albino

Stuwmeer
Vlakbij Gladstone kwamen wij bij een meer, Lake Awoonga, dat echter een stuwmeer bleek te zijn en bovendien een stuwdam die vergroot werd, veel bouwwerkzaamheden dus. Weinig natuur dus en snel weer vertrokken.
In Gladstone hing een atmosfeer van een geslaagde industrie stad, de grootste aluminium smelterij, grote cement industrie en grote haven. Het weer was bijzonder: lekker wam en een heerlijke bries.
Vrijdag 15 maart eerst in Gladstone genoten van de botanische tuin. Allerlei soorten bloemen, planten,palmen en bomen waren te bewonderen, evenals de meeste nuttige bomen en struiken. Allerlei soorten citrusbomen en vruchten waren te zien en een heleboel bomen hadden ook vruchten. De boom met stervrucht hing helemaal vol en smaakten prima, evenals de kumquats.
Een paar kraaien werden verwend met een restant watermeloen.
Hierna een bezoek gebracht, een privé-rondleiding, aan de cementfabrieken, die 1,2 miljoen ton cement en klinker (hieruit wordt cement gemaakt) produceren. Er werken maar 70 mensen, in shifts, je ziet bijna niemand. Het maakte een zeer efficiënte indruk. De fabriek was met o.a. Zwitsers kapitaal uitgebreid en de technologie was ook Zwitsers.

Hierna naar Rockhampton gereden, de 'beef capital' van Australië. Een moderne industriestad met veel faciliteiten.
Nog even een gesprek gehad met een functionaris van de Stuart oil company die een proefproject van de winning van olie uit leisteen. Er zijn enorme voorraden leisteen en dit gebied alleen al heeft een potentieel van 30 jaar de olieproductie van Alaska, maar er zijn veel meer gebieden met leisteen. Er zijn nog wel veel problemen op te lossen , b.v. stank en andere milieuproblemen, maar de olie die zij produceren is van de hoogste kwaliteit.

Zaterdag doorgereden naar het Westen. Eerst naar de Tableberg National Park, maar de weg bleek na 20 km een gravel pad te zijn. Dus maar weer teruggekeerd. Wel mooi, de natuur daar.
Vervolgens naar Blackwater, waar de grootste kolenmijnen van Australië liggen. Maar helaas, geen tour want op zaterdag is het informatiebureau gesloten.Gelukkig zagen wij onze eerste Dingo, de Australische wilde hond.

Dan door naar Emerald, genoemd naar de stenen die hier gevonden worden. Morgen even kijken of we een paar smaragden, saffieren of robijnen kunnen vinden. Onderweg zien wij enorme katoenvelden, die ongeveer geoogst worden. Net als watten voelt het aan

Wij gaan dus naar Sapphire en Rubyville, Ook hier vind je saffieren. We zullen wel zien.
Wij kwamen op zondag aan in Sapphire en intuïtief besloten we in de eerste de beste gemshop maar aan te kloppen. De dame gaf ons een zak van 10 kilo waarin gegarandeerd saffieren gevonden konden worden. De eerste verrassing was het open maken van het pak, er zat inderdaad in een plastic zakje een mooi geslepen kleine, hemelsblauwe saffier. Snel de zak stenen in een speciale dubbele zeef gewassen en jawel hoor, de eerste schilfertjes en steentjes werden zichtbaar. Vele tientallen kwamen er uit. Een paar mooi helder maar ook doffe. Wij besloten maar op de camping te blijven en de eigenaar bleek een sympathieke man te zijn wiens grootvader de saffiervelden ontdekt heeft. De saffiervelden zijn vrij klein, enige tientallen vierkante kilometers met hierin pockets met rijke voorkomens. In het land zie je overal campers, tentjes, caravans en scharrige bouwsels van schatgravers. Soms hebben ze geluk en vinden een steen met een waarde van tegen de miljoen dollar. Saffieren blijken niet alleen blauw te zijn maar ook geel, groen en rood. De prijs varieert van 120 A$ per karaat (=1/5 gram) tot 10.000. Zulke koopjes kun je je niet laten ontgaan en besloten direct als investering een flink aantal saffieren te kopen, van betere kwaliteit. In totaal 18 karaat.
De man, Barry, had zijn eigen mijnen en nam ons in zijn 4WD mee naar een meer dat hij gemaakt had, naar zijn mijn en langs andere vindplaatsen. Heel interessant. Uit het meer viste zijn zoontje pas nog een vis van 10 kilo!

Hij bleek trouwens de meest kostbare saffieren te hebben, een die je in ieder boek over Australische saffieren tegenkomt, een ca 4 cm lange smalle goudgele kegel met groene strepen. Birgitt mocht hem even vasthouden. Ook had hij een grote honiggouden saffier, topkwaliteit van 44 karaat. Geschatte waarde een half miljoen dollar. Hij wilde deze marketen in de wereld en wilde dat per internet doen. Ik maakte snel even een werkende site als demo en hij was heel geïnteresseerd en gefascineerd hoe snel dat kon. De volgende morgen bespraken wij hoe wij een en ander konden supporten en besloten in contact te blijven. Hij liet nog wat mooie stenen zien. Bij het afrekenen op de camping hoefden wij niets te betalen. Als compensatie daarvoor kreeg Birgitt daarentegen een gouden ring met prachtige saffier en 2 diamantjes.

Op de camping was een familie die hier kennelijk permanent woonde en het zoontje had een paar van die schitterende kleine papagaaien, lorrekeeten min of meer tam gemaakt had. De vogels kwamen na geruime tijd op je schouder zitten en op je hand. Het zijn prachtige dieren. Er waren, zoals overal in Australië, weel kuifduiven.

Van Sapphire verder de Outback in naar het westen en weer genoten van de rust en de interessante natuur.Eindeloos waren de verlaten wegen. Wij zagen katoen groeien, net wattenbollen. Geslapen in Alpha, een slaperig outback stadje waar het enige dat te beleven is de muurschilderingen zijn. Hier zijn allerlei muren en schuren fraai beschilderd.Leuk zijn ook de vele termieten heuvels.

Door naar Barcaldine en nog steeds geen grote wilde kangoeroes gezien en geen emu's (soort struisvogels). Doch na Barcaldine de eerste emu. Groot, donker en schuw. Maar toch nog een paar fraaie foto's kunnen maken. Even later nog een. Het plan was om door te rijden naar Blackal. een provinciaal stadje, mooie winkels waar alles te krijgen is. Er is ook een mooi, klein zwemparadijs met kraakhelder mineraalwater. Alles zo'n 30 graden of warmer.
Heel mooie bomen en parken. De watervoorziening gebeurt met heet mineraalwater uit 800 m diepte. Zelfs de toiletten worden met heet mineraalwater gespoeld. Het is melkachtig als het uit de kraan komt maar wordt spoedig helder. Het smaakt goed maar ruikt enigszins naar rotte eieren. Het zal zeker ergens goed voor zijn.Tot de leukste bomen behoren de bottle trees, dikke bomen met bovenop een toefje takken.

Kangoeroes: nog steeds geen grote gezien. Maar tegen de avond zouden ze bij het dorp komen. Wij naar de rand van het dorp, maar geen kangoeroes. En man op motorfiets kwam langs en zoals veel Australiërs zat ook hij om een klein praatje verlegen. Hij had een kalf van een hond en hij zei dat ze tegen de schemering zouden komen. Maar niets hoor. Even later kwam hij terug en zei dat we ze gemist hadden en even terug had hij ze gezien. Wij weer terug en jawel hoor een hele groep grote kangoeroes. Pracht dieren en uit de buidel van een grote bengelde wat slordig een jong. Flink wat gefilmd en gefotografeerd.Het nieuwschierige jong hing wat slordig uit de buidel, meet te kijken
Elke morgen rennen we bijna een uur. Dat moet vroeg gebeuren, want spoedig wordt het te warm, maar het is echt lekker.

Vandaag is het woensdag de 20e maart. De reis gaat nu richting Roma, nog steeds in de Outback. Hele kuddes Emu's zien we nu, tot 18 stuks toe. Sommige vlakbij. Ze zijn behoorlijk groot, ik dacht eerst dat het koeien waren vanuit de verte gezien. Prachtige bottle trees komen we tegen. Als we er eentje gaan bewonderen springt een peloton grote kangoeroes weg, Het landschap is heel afwisselend: bossen savannen heuvels en allerlei overgangsvormen. Langzaam komen wij weer in het gebied waar runderen worden gehouden. Apropos, het rundvlees is heel goed en heel goedkoop. Voor 15A$ heb je een kilo malse ribfilet.
Onderweg nog even een leuke foto van een lidcactus, een prickly pear gemaakt. De vruchten zijn heerlijk maar zitten vol fijne doorns. Birgitt had uren nodig om ze allemaal met een pincet uit handen, vingers, armen en mond te peuteren.

Wij hadden gepland de camping in Morven te gebruiken maar deze bleek niet meer in gebruik. Wat vervelend nu, moeten we 89 km door naar Mitchell.. Wel een camping, maar, wat vervelend nu, de eerste 2 dagen zijn gratis, en dat met prima faciliteiten als een ensuite, een eigen badkamertje. Een saffieren ring krijg je hier niet cadeau overigens. Tijdens de ochtend jog kwamen wij weer een kangoeroe tegen die vlak voor ons op de weg sprong.
Mitchell probeert het stadje leven in te blazen, maar de meeste winkels waren leeg. Vandaag, donderdag de 21e doorgereden naar Roma, een klein stukje van 2 uur. Niet te hard rijden, want in de auto is het heerlijk koel met de airco en buiten is het 40 graden in de brandende zon. Midden op de dag brandt de zon in het noorden, ja het noorden, want wij zitten op het zuidelijk halfrond. Lastig voor je richtingsgevoel met navigeren. En een maan met de bolle zijde naar links betekent geen afnemende maan, zoals op het noordelijk halfrond, maar een wassende maan.

Vandaag het oliemuseum in Roma bezocht. Hier werden voor het eerst olie en gas aangetroffen een eeuw geleden. Er wordt nog steeds een beetje gas gewonnen. Best interessant en 's avonds was er een lichtshow, waarbij wij de enige bezoekers waren. Enfin redelijk prijzig maar toch wel aardig. Leuk dat er een jaknikker stond die bij Thomassen in De Steeg was geproduceerd.

Inmiddels zijn wij er achter dat het water van het artesische bassin heel lekker is als het zwavelwaterstof verwijderd is. Als je het bewaart verdwijnt het vanzelf en wij zagen tijdens de ochtend jog dat de waterfabriek hier het water boven grote ronde betonnen containers sproeit. Het stinkt er enorm naar rotte eieren maar het water in Roma is stank vrij. Wij hebben maar alles gevuld wat voorhanden was met dit heerlijke spa water. Onze ervaringen aan het begin van de trip was dat alles zwaar gechloord was, en zelfs de thee smaakte maar matig. Wij hebben nu, naast de watertank van 70 liter, ruim 30 liter water in plastic flessen. Moet voldoende zijn voor een week in deze warmte.

Vandaag vrijdag de 22e naar Toowoomba gereden, definitief uit de Outback. Na Roma werd het verkeer langzaam drukker en het landschap saaier. Veel gierst en katoen werd verbouwd. Zowaar kregen wij nog een paar regendruppels. Weinig dode kangoeroes langs de weg. Op zoek naar een wilde koala in een bos vonden wij een lidcactus (opuntia inermis) met er op witte pluizige puistjes. Dit zijn de kleine insecten cochinea die de rode verfstof voor scharlaken stoffen levert, ook voor soldaten uniformen van destijds. Dit was dan ook de reden van de import van deze planten. De plant echter had geen vijanden en begon grote gedeelten van Queensland te veroveren en was vrijwel niet te bestrijden aangezien ieder stukje plant opnieuw uitkwam, en vogels verspreidden de zaden uit de heerlijk smakende vruchten. Lang onderzoek toonde aan dat het insect Cactoblastis, uit Zuid-Amerika op de cactus leeft en de plaag vermoedelijk kon beheersen. In 1926 werden eieren van het insect op de cactus geplaatst en het hielp. In 1932 explodeerde de stand van Cactoblastis en de cactussen verdwenen tot pulp. Nu is er een evenwicht tussen de cactus en de Cactoblasten en wordt de vijgcactus niet meer als een plaag beschouwd. Bij de avondwandeling bleek Toowoomba een hele fraaie moderne en welvarende stad te zijn, waar je voor weinig geld een fraai huis kan kopen.
Vandaag, zaterdag de 23e op weg van Queensland naar New South Wales. Een mooie rit met heel afwisselend landschap; agrarische gebieden, bossen, bergen en savannen. Was het bij Toowoomba vrij druk, na enige tijd waren wij weer vrijwel de enigen op de weg. Wij kwamen langs een fruitstreek en wijngebied. Groenten en fruit waren alleen goedkoop in grote hoeveelheden. Zelfs in een supermarkt waren de duurste tomaten bijna 5 euro!.

Uiteindelijk kwamen wij, eigenlijk bij toeval, uit in Invernell, een beroemde vindplaats van saffieren. Enfin. morgen zoeken wij wel uit of we wat vinden.
Eerst even rennen, natuurlijk en de camping blijkt naast een stuwmeer te liggen . Het meer zit vol watervogels en er zijn wel 50 zwarte zwanen. Prachtig. Wel, even later op weg naar de saffieren. Na op een landgoed de spullen als emmers, zeven, schop en houweel gehaald te hebben reden we over een heel slechte weg naar de mijn, heel idyllisch gelegen aan een kreekje De eerste keer zeven leverde direct een blauwe saffier op en later nog vele andere, voornamelijk kleintjes. Vooral veel zirkonium zat erbij. Naderhand bij de eigenaar van de mijn op de veranda thee gedronken en overheerlijke door zijn vrouw gemaakte chocoladetaart gesnoept en hij verklapte ons allerlei geheimen over de handel in saffieren en hoe ze ook behandeld worden. Wat duidelijk is, is dat de handel beheerd wordt door de Thai en dat iedere deelmarkt een andere soort saffieren wil. Donkere naar China, lichte naar Amerika. Verder heeft iedere markt de voorkeur voor een andere kleur. De goudgele zijn het duurst, maar daarvoor is maar een heel kleine markt. Inmiddels hebben we al honderden saffieren en saffiertjes in de camper. Uiteindelijk zijn wij in dezelfde camping weer terechtgekomen als we vertrokken zijn. Toen bleek dat we vergeten waren de borg, het geld van de uitrusting terug te vragen. Inmiddels hadden ze de camping opgebeld, en keurig werd het geld alvast bezorgd. Eerlijke lui. Wij zagen nog een prachtige grass palm, een zeer karakteristieke boom De custard appel gegeten. Heerlijk romig en geurig. Een goede naam voor deze tropische vrucht.
Eerst nog even naar de lokale Gemshop geweest om prijzen te vergelijken en te informeren naar slijpapparatuur voor edelstenen mogelijk Birgitt's nieuwe hobby. Wel, vanaf 4000 A$ en daarnaast nog diamantschijven etc nodig. Vergeet het dus maar.
Het bleek dat de prijzen bij hem het dubbele waren van de prijzen die wij in Sapphire betaald hebben. Niet kwaad dus. Wel waren de prijzen van sierraden gunstig, dus toch maar wat bijgekocht.

Maandag de 25e ging de reis naar Tamworth, een zeer afwisselende, mooie reis. Het landschap varieerde soms per 5 minuten en was overwegend heuvelachtig. Er lagen overal gigantische granietblokken, die sterk schitterden. Het graniet had vrij grote kristallijnen vlakken. Zo langzamerhand moeten wij gaan plannen wat wij de komende week nog kunnen doen, want tweederde van de vakantie zit er al op. Helaas. Maar dat is een goede reden om terug te komen. Vanavond weer een nieuwe tropische groente gegeten, een soort massieve, lichtgroene paprika, maar dan heel anders. Eigenlijk weinig smaak maar toch wel lekker, door de toegevoegde kruiden.

Back to the Top

Dinsdag de 26e ziet er veelbelovend uit: wolken aan de hemel. Maar spoedig is het toch weer heet.
Vandaag gaat de reis richting de Blue Mountains, een bekend bergsportgebied. Het is een prachtige reis, door fraaie heuvellandschappen, met veel paarden en voordat wij het Wollemi en Yengo Nationaal park binnen rijden komen wij bij Bulga bij gigantische mijnen waar steenkolen in dagbouw gewonnen worden. Even de bovenlaag weg en tientallen meters kolen liggen voor het opscheppen. Als je aandelen hebt in Europese mijnen, deze snel verkopen want hiertegen is natuurlijk niet te concurreren. Wij rijden ook op wegen door diepe kloven. Het wordt steeds groener en aan het eind van de dag rijden komen wij in een gebied dat geheel groen is. Mooi mals gras tussen de bomen.
Er zijn interessante zandsteenformaties te zien. En tussen de keiharde zandsteen is plaatselijk gewoon samengeperst zand dat fantastische kleuren en patronen heeft gekregen. Je kunt het gewoon wegvegen. In hetzelfde bos is goed te zien hoe de bossen na brand overleven. Snel lopen ze weer uit en bepaalde eucalyptus bomen gooien dan de geblakerde schors af en zien er dan weer snel fraai uit.
De camping is in een prachtige vallei gelegen, naast een riviertje. De duurste en smerigste camping tot nu toe.

De volgende dag langs de luchtmachtbasis bij Richmond gereden. Het stond vol met transportvliegtuigen, C-130's, zelfs de nieuwe "J" versie, doch van enige activiteit was weinig te merken. De aangekondigde tours waren geschrapt in verband met de veiligheidsrisico's.
De reis ging verder naar de Blue Mountains. Eerst even langs het opaalmuseum, waar Birgitt wild toesloeg. Vervolgens steil met kronkelwegen de berg op. Prachtig groen met adembenemende vergezichten. Vandaag een bedekte hemel met af en toe zon. Je weet haast niet waar je moet kijken, zo mooi. Elke 100 meter zou je kunnen stoppen, maar de reis moet verder. Leuke planten en bloemen, prachtige vogels en adembenemende vergezichten. Wij bezoeken de botanische tuinen van Mount Tomah. Prachtig, je kunt er dagen doorbrengen. Achter een stevig hoog hek een aantal Wolleby dennen, levende fossielen die pas in 1994 ontdekt werden op een heuvel in een aangrenzend nationaal park. Die vindplaats wordt streng geheim gehouden.
Later zagen wij steeds de fascinerende lagenstructuur van het zandsteen. Niet te begrijpen is de tekening in deze gesteenten. Allerlei laagjes door elkaar, afgewisseld door dikkere lagen die wel van ijzer lijken. In Blackheath een camping gevonden van maar liefst $24!! En verder niets bijzonders, geen gouden kranen en zo.
Eindelijk begint het te regenen.
Prima voor de bevolking die hier zolang op gehoopt had, doch wat minder voor ons. Enfin, de camper moest toch eens een wasbeurt hebben na alle stof uit de Outback. De Blue Mountains hebben hier het mooist denkbare uitzicht maar in ons geval was dit beperkt tot wolken en regen. De weg voerde langs talloze uitzichtpunten met allen hetzelfde beeld.

Hierna de weg naar Sydney genomen en weldra deed zich de skyline zien.
Vanaf de brug een mooi uitzicht op de stad en de havens. Dan begint de verschrikking die iedere grote stad kent: files. Uren en uren kruipen we langzaam door Sydney en betreuren het dat we er aan begonnen zijn. Na vele uren komen we uit op: de autoweg naar Canberra. Onderweg komen wij nog een groot meer tegen, het Lake George, alleen zien we koeien, de zogenaamde zwarte zeekoeien, ook veel tevreden grazende schaapjes maar geen vissen. Alleen aan de horizon is een streepje water te zien.
Onderweg krijgen we nog gratis koffie aangeboden van een soort Veilig Verkeer, maar de donatie die je geeft is ongeveer een kop koffie elders.
Na aankomst in Canberra eerst naar de camping gereden en veel heen en weer zweven worden wij beloond met het vinden van de camping. Dat is het goede nieuws. Het slechte is dat de camping vol zat, wegens Pasen, jammer want het kostte maar A$ 28,-. Dus weer op zoek naar een andere en voor bijna de helft vonden we een prima camping in Queanbeyan, net buiten de hoofdstad. Canberra is een mini-hoofdstadstaatje dat in New South Wales ligt. Ruim opgezet en op ruim 600 meter hoogte. Er wonen zo'n 300.000 mensen, verspreid over een groot oppervlak. Het geheel is verbonden met brede wegen. Het parlementsgebouw met zijn vreemde vlaggenstok van 75 meter hoog, op 4 palen die een open piramide vormen, zijn overal zichtbaar. Nog opvallender is een fontein van 140 meter hoog, -net zichtbaar in het midden van de foto- die boven alles uitsteekt. Over energieverspilling gesproken...
Wij bezochten de Telstra Tower op de Blackhill en van hieruit ligt de stad aan je voeten. Het weer was opgeklaard en er was een prima uitzicht.

Hierna ging de reis naar Cooma, over een ruime weg, door een weer heel ander landschap: weinig begroeide heuvels. Cooma ademde de sfeer van een wintersportplaats, maar er waren geen liften, die zijn zo'n 90 km verder bij Perisher en Tredbo. Het weer was weer prima: een felle zon en een prachtig uitzicht. Het landschap was weer veranderd. Een glooiend laag gebergte met veel grote stenen met hier en daar schapen ertussen. Bij het Nationale Park aangekomen bleken er geen goed geoutilleerde campings te zijn en dus maar terug naar Jindabyne, waar wij een prima camping vonden bij een groot meer. De volgende dag gaan wij proberen de hoogste berg van Australië te beklimmen , de Mount Kocsiuszko van 2224 meter hoogte. Daarna reizen we door naar Victoria.
Het kwam anders uit: in Tredbo, op ruim 1350m, was het bewolkt en guur. Het had geen zin de berg te beklimmen. Dus maar verder. Kort hierna begon blauwe lucht zichtbaar te worden en kregen we een prachtig uitzicht.
Mooie gumbomen en naarmate we lager kwamen een grotere variatie aan bomen en planten.
Het bleef bergachtig en mooi groen. Van een afstand lijkt het net Oostenrijk maar alle bomen zijn anders, meest gumbomen die gigantisch groot en dik kunnen worden.
Interessant was het bezoek aan de centrale van Snowy Hydro. Snowy Mountains is in de winter besneeuwd, een gebied zo groot als Zwitserland. Deze neerslag wordt opgevangen in stuwmeren en enerzijds gebruikt voor elektriciteit op te wekken en anderzijds om het om te leiden naar het droge westen, alwaar het voor irrigatie gebruikt kan worden. De grote Muraycentrale heeft een vermogen van 950 Mw.

Back to the Top

Spoedig na het verlaten van Snowy Mountains kwamen wij Victoria binnen, verwelkomd door een bord dat we geen fruit mee mochten nemen. Australiërs zijn paranoia voor de import van ziekten en planten en dit geldt zelfs voor de staten onderling. In Victoria gaat het om de fruitvlieg en je moet alle fruit, inclusief paprika en zo dumpen voor je het gebied in komt. Zware boetes kunnen volgen bij negeren van de regels.
Het gebied werd steeds anders: steile heuvels en soms kaal. Hierna werden het weer bergen, tot bijna 2000 meter en bij Mount Beauty kwamen wij aan de voet van de bergen.
Even verder, bij Falls Creek lag een indrukwekkend skidorp met een op het oog bescheiden skigebied. Maar in het land der blinden is eenoog koning. Geen camping op deze koele hoogte (het was 13 graden) en weer de adembenemend mooie weg terug naar Mt Beauty alwaar wij de laatste powered plaats van de camping in dit drukke paasweekend konden boeken. Vandaag de 30e, gaat hier de klok een uur terug, wintertijd, en in Nederland een uur vooruit, zomertijd Onze vakantie zit er al weer bijna op. Nog 3 dagen en dan moet de camper worden ingeleverd. Dat betekent zorgvuldig plannen met zowel de voorraden als de zaken die we nog willen zien en de te volgen route. Vanmorgen maar liefst 1 uur 10 minuten gerend, van Mount Beauty richting de bergen. Aan het eind vielen we haast om.
Na vertrek nog even een internetstop gemaakt in een goudzoekerdorpje waar toevallig een paas-braderie was.

De rit vanaf Mount Beauty over de Great Alpine Road is schitterend. Alweer 'het mooiste wat we ooit gezien hebben'. Wat opvallend is, is de geur van de lucht. Een vage, kruidig frisse eucalyptus lucht van de eucalyptusbomen die ze hier Gumtree noemen. De variant die hier groeit is de snowgum en staat in de winter dik in de sneeuw.
Tussen de 900 en 1450 meter groeit de Alpine Ash (Eucalyptus delegatensis) in de volksmond Woolly butt genoemd. Deze soorten kunnen zich alleen vermeerderen na bosbrand. Bliksem zorgt voor de helft van de door branden vernielde oppervlakten en draagt bij aan de vernieuwing van het woud.
Het hout is keihard en heel geschikt als timmer- en meubelhout. Maar er schijnt zoveel van te zijn dat men de zeer vele dode bomen die we gezien hebben gewoon laat staan. Ook zagen wij vele plantages met naaldhout, dat snel groeit en voor de bouw bestemd is.
De prachtige weg steeg hoger en hoger in de flank en de zadels van een bergrug, met schitterend uitzicht. In de verte waren andere hoge bergen te zien. De weg steeg tot boven de 1800m
en is hiermee verreweg de hoogste weg van Australië. Weldra kwamen wij aan bij Hotham, een flink uit de kluiten gewassen skioord op 1800m, met vele liften en redelijk steile afdalingen. Het ziet er modern en gelikt uit. Het had zelfs een airport, waarmee je uit heel Australië kunt aanvliegen. Even verder is een nieuw chaletdorp Dinnerplain, op 1500m, zonder eigen ski gebied.
We hebben daar eens rondgekeken of het waard is daar een appartement aan te schaffen, maar voor Australische begrippen was het toch vrij duur. Bovendien stonden alweer vele chalets te koop. Na Dinnerplain veranderde het karakter van de weg zich. De weg lag nu verscholen in de top van de bergrug en bood een fraai uitzicht op de interessante bomen die de weg omzomen. Steeds veranderde het beeld. Later werden het vriendelijke heuvels in allerlei vormen.
Langzaam ging de weg over in een schitterende kloof met een leuk riviertje. Ook hier weer dat gevoel dat je steeds wil stoppen om alles te zien en alles te fotograferen, maar dan kom je nooit verder. Af en toe is de weg nieuw aangelegd en nieuw uitgehouwen in rotsen. En je weet dat overal nog mineralen, edelstenen en goud ontdekt worden. Als je snel voorbij rijdt zie je soms wat glimmen.......

Uiteindelijk komen wij de kloof uit en is het tijd om een camping te zoeken. We vinden er een in Bruthen. De schitterende weg die we gereden hebben ligt weer in een relatief dichtbevolkt gebied, maar wel relatief want in een strook van 500 km is dit de enige verharde doorgaande weg die noord-zuid loopt.
Vandaag een puzzel. Men is -zei men in Mount Beauty- op wintertijd over gegaan maar in Queensland is het dezelfde tijd als nu in Victoria. Hebben ze daar soms geen zomertijd gehad?
Vandaag 1 april ging de reis naar Lakes Entrance
via een prachtig landweggetje langs het riviertje de Tambo, die zich diep in de oevers had uitgesleten.
Lakes Entrance: mooi maar toeristisch, dus snel maken dat je wegkomt. Het ligt wel prachtig met een aantal meren die achter duinen liggen. Duizenden bootjes dobberen in de meren en wij zien hier de eerste pelikanen, echt grote vogels.
Hierna wordt de reis afwisselender: afwisselend tussen saai en heel saai, totdat wij Yarlburn grote centrales zien. Zij blijken gestookt te worden met bruinkool dat hier 15 meter onder de grond zit en in een laag van wel 300 meter dik. Al een eeuw wordt hier gegraven en nog steeds is maar 3% verbruikt, nog genoeg voor 1000 jaar! En dan gaat het gebied nog verder. Australië is onnoemelijk rijk aan kolen en bruinkool. O ja, en nog bedankt voor de CO2-uitstoot als bijdrage een het Broeikas effect.
Hierna werd het landschap heel fraai: glooiend en mooi begroeid.
Achter elke bocht van de weg was iets moois te zien. Hier schoof de teller ook langs de 6000 km. Eind van de dag bereikten we de fraaie camping van Yanakie Beach, op het schiereiland Wilsons Promotory, dat het zuidelijkste puntje van het Australische vasteland vormt. Hier weer heel interessante planten, nachtschadeachtigen met een oranje vrucht
De ochtend er op, zoals gebruikelijk, weer gejogd, maar dit maal over het strand in de ochtendmist. Er waren op het strand allerlei planten te zien, waaronder de tetragone, Nieuw-Zeelandse spinazie. Hiervan werden natuurlijk zaadjes geplukt om in Magyargencs te planten. Ook wat stekjes meegenomen van andere interessante planten. Birgitt verzamelde kleine schelpjes die er als juwelen uitzagen.
Hierna het Nationale Park in. Twee emu's blokkeerden de weg en verder door naar de Mount Oberon, een van de hoogste bergen.
De beklimming leverde een fantastisch uitzicht op. Veel interessante bloemen, bomen en planten. Het is hier herfst, maar de temperatuur is nog hoog zomers, het weer is prachtig.
De volgende wandeling ging naar de Lilly Pilly Gully, waar koala's zouden zijn. En jawel hoor. Hoog boven in een eucalyptusboom lag een koala te pitten, af en toe bewoog hij. Eigenlijk best groot, en een grijze vacht. even later een tweede, deze zat met zijn voorpoten om een stam geklemd, terwijl hij zich op de oksel van tak genesteld had. Even later werd het steeds mooier, een geheimzinnig regenwoud met hoge boomvarens. Even later zagen wij een paar mooie, glimmende hagedissen en weer even later twee adembenemend mooie papagaaien met felrode en felblauwe kleur. OOk het onkruid is prachtig.
Het volgende was Squeeky Beach, hagelwit, krakend zand in een idyllisch gelegen baai, Ook hier groeiden weer allerlei bijzondere planten. Tenslotte nog even naar de Whisky Bay gegaan en ook dat was weer adembenemend. Aan het einde van de middag besloten we maar te vertrekken richting Melbourne en vonden een fraaie camping bij Leongatha. De laatste nacht in de camper, dus zoveel mogelijk opmaken, de wagen schoonmaken en de bagage in de rugzakken passen en meten.

De laatste dag was heerlijk en warm, zo'n 30 graden. Wij besloten de laatste dag een route naar Melbourne te kiezen langs de kust. Het lijkt een welvarende goed georganiseerde stad. De eindeloze buitenwijken van de stad in het zuiden zagen er prachtig uit. Melbourne ligt prachtig aan een enorme baai. De skyline is indrukwekkend. De stad oogt net zo als ieder andere grote welvarende stad. Melbourne telt ruim 3.3 miljoen mensen, dus er maar niet te lang blijven. Eerst inchecken in het hotel, de bagage daar droppen en de camper inleveren. Geen probleem, want hij had geen schrammetje.
Einde van 6000 km rijden, 200 km rennen en nog veel meer wandelen.
De route van de vlucht naar Hongkong liep over centraal Australië. Prachtig waren de rode rotsen te zien.

Back to the Top

Wij hebben te veel beleefd om in een reisverslag te schrijven. Het land is zo divers dat onderling vergelijken moeilijk is. En wij hebben nog alleen maar het Zuidoosten gezien! Onze indrukken zijn dat Australië een fantastisch vakantie land is voor mensen die zich zelf goed kunnen amuseren. De camper is het aangewezen vervoermiddel aangezien het de optie biedt om eventueel te stoppen en daar te blijven: alles aan boord. Een 4WD schijnt niet alleen bij het image te horen maar is een noodzaak bij rijden in de outback en als je nog wat van de nationale parken wilt zien.
De steden zijn prima onderhouden en maken een welvarende indruk. De auto's zijn groot, vaak nieuw en goed onderhouden. De oude wagens hebben trouwens ook een lange levensduur, doch schijnen alleen maar door de minderbedeelden gebruikt te worden.
De Australiërs die wij ontmoet hebben zijn aardig en behulpzaam. Het reizen is veilig maar in de afgelegen gebieden zijn geasfalteerde wegen schaars. Niet abnormaal is dat de volgende verharde doorgaande weg 1000 km verder is. Een 4WD is eigenlijk een must als je Australië wilt zien. Het land is zo divers dat je alleen een paar indrukken kunt geven. De Outback heeft toch ons hart gestolen. Je kunt er een dag reizen zonder iemand te zien. Het is er meestal warm en droog. De mensen zijn er aardig en behulpzaam en heerlijk relaxed. Het is nog steeds een beetje het wilde westen. Het leven is daar zwaar en eenzaam, maar ook kameraadschappelijk en de mensen zijn eerlijk. Succes ligt naast falen, hoop ligt dicht bij wanhoop, droogte afgewisseld door zeldzame doch onverwachte en hevige overstromingen. Er liggen onnoemelijke hoeveelheden onontdekte rijkdommen, soms voor het oprapen.
De natuur is er bizar: b.v. een zoogdier met eendesnavel dat eieren legt en een gif stekel heeft. Kangoeroes, je went er nooit aan en overal behendig vliegende luidruchtige papagaaien, kaketoes en lorrekeeten. Mateloos wreed van "dierenliefhebbers" om deze schitterende dieren in een kooitje te stoppen.
Wat we ook gezien hebben is een tweetal koalabeertje in het wild. Maar ja, ze slapen 20 uur per dag en je oog moet er toevallig opvallen.
Het land is voor wat betreft het noordelijke gedeelte tropisch maar maakt in veel opzichten niet zo'n tropische indruk.
Het eten is wisselend. Vlees, vooral rundvlees is heel goed en goedkoop, fruit is onverwacht vrij duur, behalve ananassen en meloenen. Gember is heerlijk Langs de douane en security komen was niet zo makkelijk. Men deed nogal moeilijk over het gewicht van de cabinluggage. Toch oneerlijk: iemand die 20 kilo vet meesleept heeft nergens last van!
Australië, we komen terug!! Sure mate, no worries mate!
Back to the Top

For English version, click on English Flag